Joop den Uyl
(1961) Overleden 24 december 1987 in Amsterdam, Nederland
Johannes Marten (Joop) den Uijl (Hilversum, 9 augustus 1919 – Amsterdam, 24
december 1987) was een Nederlands politicus. Hij was van 1966 tot 1986 de
politiek leider van de Partij van de Arbeid en van 1973 tot 1977 minister-president
van Nederland. In de ministerraad domineerde hij zeer sterk en was hij meer de
felle vechter voor eigen standpunten dan de samenbindende leider.
Zijn achternaam luidde officieel 'Den Uijl', maar hij gebruikte altijd de spelling
'Den Uyl'.
Den Uyl werd geboren in een streng
gereformeerd gezin. Zijn vader Johannes
was mandenmaker en had een winkel in
rietwerk. Hij overleed toen Den Uyl tien jaar oud was. Joop bezocht
van 1931 tot 1936 het Christelijk Lyceum in Hilversum. Als puber gaf hij in
enkele opstellen blijk van zijn afkeer van het socialisme met zijn "klassenstrijd" en "vele andere verderfelijke
leerstellingen".[2] In dezelfde opstellen gaf hij echter ook zijn afkeer weer van de rassenleer en derhalve
Jodenvervolging.[3] Hij was enkele jaren lid van de gereformeerde, antirevolutionaire politieke jongerenvereniging
ARJA (later Anti-Revolutionaire Jongerenstudieclubs, ARJOS); in verkiezingstijd verspreidde hij propagandamateriaal
voor de Anti-Revolutionaire Partij. Na zijn middelbare school studeerde Den Uyl economie aan de Universiteit van
Amsterdam. Hij was actief lid van de gereformeerde studentenvereniging SSRA te Amsterdam.
Toen Duitsland in 1940 Nederland binnenviel, nam Den Uyl uit innerlijke overtuiging duidelijk afstand van het
nationaalsocialisme, aldus zijn biografe Anet Bleich. Het kwam tot een definitieve breuk toen een Joodse vriendin op
transport naar Oost-Europa werd gesteld. In de loop van de oorlog keerde hij ook zijn gereformeerde achtergrond
langzaam de rug toe. Den Uyl beschouwde zichzelf vanaf toen als agnost. In de eerste helft van 1942 behaalde hij te
Amsterdam nog zijn doctoraalexamen. Vanaf 1942 tot het einde van de Duitse bezetting op 6 mei 1945 was hij
ambtenaar bij het Rijksbureau Prijsvorming Chemische Producten (RB PCP) van het departement van Economische
Zaken onder secretaris-generaal Hans Hirschfeld in Den Haag. In die periode kwam hij in contact met de illegale
Parool-groep en was hij medewerker van het illegale blad De Nieuwe Vrijheid. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij
journalist bij Het Parool en Vrij Nederland. Van januari 1949 tot 1963 was hij directeur van de Wiardi Beckman
Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA.
Politiek
Polygoon-journaal-impressie van de verkiezingscampagnes voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1977. Joop den
Uyl op campagne voor de PvdA (van 3:33 tot 5:02.
In 1953 werd Den Uyl lid van de gemeenteraad van Amsterdam. Dat zou hij blijven tot 1965. In 1956 werd hij tevens
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (tot 1963). Als wethouder voor Economische Zaken van de gemeente
Amsterdam (1963-1965) was Den Uyl voorstander van grootschalige projecten. De twee projecten waar hij zich het
sterkst voor inzette, waren de vorming van de nieuwe stadswijk Bijlmer en de vestiging van petrochemische industrie
in Amsterdam. Dit laatste lukte niet. Na een periode als wethouder werd hij minister van Economische Zaken in het
kabinet-Cals. In deze functie hield hij op 17 december 1965 een historische toespraak in de stadsschouwburg van
Heerlen, waarin hij de sluiting van alle Nederlandse steenkolenmijnen aankondigde. Zijn belofte was dat er geen mijn
dicht zou gaan, voordat iedereen vervangend werk had gevonden. Van die belofte kwam weinig terecht.
Omdat Anne Vondeling zich impopulair had gemaakt als minister van Financiën werd Den Uyl aangewezen als de
nieuwe lijsttrekker bij de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen 1967, die volgden op de Nacht van Schmelzer. De
PvdA verloor 6 zetels en belandde in de oppositie.
Van 1967 tot 1973 was hij fractieleider van de PvdA in de Tweede Kamer. Hij was de premier van het eerste
schaduwkabinet. In een confrontatie met de VVD en de confessionele partijen wilde het progressieve schaduwkabinet
voldoende macht via de stembus veroveren om een ambitieus programma van sociale hervormingen door te voeren.
In diezelfde periode kreeg Den Uyl als partijleider binnen de partij te maken met de vernieuwingsbeweging Nieuw
Links. Deze beweging vond dat de koers van de partij te onduidelijk en conservatief was. De vernieuwers wensten
een linkser standpunt, en eveneens herbezinning op de relatie tot het wetenschappelijk marxisme. Den Uyl vond wel
dat ze een aantal oppervlakkige ideeën hadden, maar ging niet de confrontatie aan. In plaats daarvan probeerde hij
ruimte te scheppen voor de jongeren.
Kabinet-Den Uyl
Van 1973 tot 1977 was Den Uyl minister-president in het kabinet-Den Uyl. In deze periode werd hij geconfronteerd
met een olieboycot door Arabische olieproducerende landen als gevolg van het Nederlandse standpunt in de Jom
Kipoeroorlog. Met de oliecrisis werd voor het eerst duidelijk dat de economische groei die Nederland kende vanaf eind
jaren 50 niet oneindig was. De eerste barsten in de maakbare samenleving werden zichtbaar. Den Uyl meende: Zo
bezien, keert de wereld van voor de oliecrisis niet terug.[4] Het kabinet besloot tot distributie van benzine en stelde
een autoloze zondag in.
Tijdens deze kabinetsperiode werd Den Uyl geconfronteerd met de Lockheed-affaire. Hij werd door velen geprezen
om de wijze waarop hij deze affaire rond Prins Bernhard afhandelde. Een tweede vergelijkbare affaire rond Northrop
werd door hem geheimgehouden.
Verder werden in deze jaren onderhandelingen gevoerd met Suriname over onafhankelijkheid. Deze werd op 25
november 1975 een feit en leidde tot een grote stroom emigranten naar Nederland. Den Uyl, Pronk en De Gaay
Fortman speelden in die onderhandelingen een cruciale rol.
Val van het kabinet
In maart 1977 viel het kabinet door een onoverbrugbaar meningsverschil tussen de KVP en de progressieve partijen
over de grondpolitiek. Ook de houding van de PvdA-fractie jegens de katholieke Minister van Justitie Van Agt ten tijde
van de zaak-Menten zou een rol gespeeld hebben.
De PvdA ging de verkiezingen in onder de leus "Kies de minister-president". Die verkiezingen werden overschaduwd
door de treinkaping bij De Punt en de gijzeling van een lagere school in Bovensmilde. De PvdA won ten koste van de
kleine linkse partijen tien zetels en had met 53 zetels de grootste fractie ooit. Een tweede kabinet-Den Uyl lag dus in
de lijn der verwachting. Aangezien een coalitie met de VVD vooraf al uitgesloten was, zou voor een nieuwe regering
weer samengewerkt moeten worden met het nieuw gevormde CDA. Na 208 dagen van moeizame onderhandelingen
mislukte de formatie met deze partij echter. Van Agt ging vervolgens met de VVD in zee en vormde het kabinet Van
Agt-Wiegel. De persoonlijke verhouding tussen Den Uyl en Van Agt, die al moeizaam was geweest toen Van Agt
minister was in zijn kabinet, was voorgoed verstoord.
Terug in de oppositie
Onder Den Uyls leiding voerde de PvdA oppositie van 1977 tot 1981 tegen het Kabinet-Van Agt I, dat de rit uitzat. Bij
de daarop volgende verkiezingen verloor de PvdA negen zetels, het CDA één en de VVD twee. Grote winnaar van de
verkiezingen was D66 onder Jan Terlouw, die van acht naar zeventien zetels ging.
Den Uyl in debat met Wim Kok in 1982
Vechtkabinet
D66 en de PvdA gingen de onderhandelingen in met het CDA - voor beide was de VVD uitgesloten. Na een moeizame
formatie volgde een weinig succesvol kabinet met Van Agt als premier. Den Uyl werd vicepremier en minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit kabinet-Van Agt II hield het maar 8 maanden vol en stond bekend als het
'vechtkabinet'. De relatie tussen met name Van Agt en Den Uyl was zo gespannen, dat het kabinet al van meet af aan
gedoemd was te mislukken.
Nogmaals oppositie
In 1982 werd vervolgens een kabinet van CDA en VVD geformeerd. Den Uyl werd opnieuw fractieleider van de PvdA
en bleef dat tot 1986. Inmiddels was de strijd om zijn opvolging losgebarsten. Deze werd tenslotte gewonnen door
oud-vakbondsleider Wim Kok.
Persoonlijk
Den Uyl was vanaf 1944 gehuwd met Liesbeth van Vessem. Ze kregen tussen 1946 en 1965 vier dochters en drie
zonen, door cabaretier Wim Kan ooit schertsend "de Uylskuikens" genoemd. Hun dochter Saskia (1946) was tussen
1994 en 2006 fractielid van de PvdA in de Tweede Kamer, dochter Barbara (1949) is filmmaakster en zoon Xander
(1953) was bondssecretaris van de Abvakabo en is nu voorzitter van de raad van toezicht van de Dunamare
Onderwijsgroep.
In 1985 ontving Den Uyl van zijn alma mater, de Universiteit van Amsterdam, een eredoctoraat. Tot die tijd werd Den
Uyl wel aangeduid met "de doctorandus uit Buitenveldert". Joop den Uyl overleed in 1987 op 68-jarige leeftijd aan een
hersentumor.
Het Lichtend Pad